Je arts bespreekt je ziektegeschiedenis met een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO). In veel ziekenhuizen in Nederland betrekken de artsen hier ook artsen uit andere ziekenhuizen bij.
Na het MDO bespreekt de arts een behandelvoorstel met je. Je beslist “samen” over het opgestelde behandelplan.

Samen beslissen

Samen beslissen is het proces waarin de arts en jij gezamenlijk bespreken welk medisch beleid het beste bij jou past, waarbij alle opties, voor- en nadelen, patiëntvoorkeuren en omstandigheden worden meegenomen. De Nederlandse Federatie van Kanker patiëntenorganisaties (NFK) heeft veel hulpmiddelen ontwikkeld zodat Samen beslissen in de spreekkamer vanzelfsprekend wordt.

Samen beslissen over voeding 

Samen beslissen betekent ook samen met je zorgverlener(s) overleggen en beslissen over een voor jou passend voedingsplan. Er zitten medische, persoonlijke en sociale aspecten aan de keuzes die je maakt over hoe je met voeding omgaat. Voeding zal daarom voor elke kankerpatiënt op maat moeten worden ingevuld.

Gespecialiseerde ziekenhuizen

De ontwikkelingen in de kankerzorg gaan razendsnel. De mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling worden steeds beter en complexer. Als artsen zich specialiseren in één of enkele kankersoorten, kunnen zij beter alle ontwikkelingen bijhouden en de complexe mogelijkheden voor diagnostiek en behandeling goed beheersen. Zo bieden ziekenhuizen zorg volgens de laatste inzichten en op de best mogelijke manier. Dit noemen wij expertzorg. Door het leveren van expertzorg kan een patiënt rekenen op de beste kans op overleving, levensverlenging en een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven.

Ziekenhuiskeuzehulp – vind het ziekenhuis dat past bij jouw situatie 

Ook voor maagkanker geldt dat er ziekenhuizen zijn die zich in deze vorm van kanker hebben gespecialiseerd.

Per april 2024 is de Ziekenhuiskeuzehulp beschikbaar met beschrijvingen over de zorg die ziekenhuizen leveren voor mensen met maag- of slokdarmkanker. SPKS heeft samen met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) hard gewerkt om deze keuzehulp te realiseren. Met de Ziekenhuiskeuzehulp kun je nagaan welk ziekenhuis het beste past bij jouw persoonlijke situatie. Wij zijn blij met alle ziekenhuizen die hier vrijwillig aan hebben meegewerkt en hun expertise en werkwijze inzichtelijk maken voor patiënten. De keuzehulp is beschikbaar op ZiekenhuisKiezenBijKanker.nl, de website van NFK met allerhande informatie over ziekenhuiskeuze voor mensen met kanker.

Klik hier om naar de Ziekenhuiskeuzehulp te gaan.

Heb je vragen over de Ziekenhuiskeuzehulp of het thema ziekenhuiskeuze? Stuur dan een mail naar onze patiëntvertegenwoordiger Liesbeth Timmermans l.timmermans@spks.nl.

Mocht je van gedachten willen wisselen over dit onderwerp met één van onze vrijwilligers, stuur dan een e-mail naar: lotgenoten@spks.nl 

Behandelplan

In dit behandelplan staan de behandelingen die het best passen bij jouw situatie. Welke behandeling(en) de arts voorstelt, hangt af van:

  • Het stadium van de kanker.
  • De plaats, grootte en vorm van de tumor.
  • Je lichamelijke conditie.

De arts bespreekt het behandelplan met je tijdens het gesprek over de behandeling.

Behandeling van maagkanker met een operatie

Als er geen uitzaaiingen van maagkanker zijn, probeert de chirurg de tumor te verwijderen. Kan de chirurg de tumor helemaal verwijderen, dan is er een kans dat je geneest van maagkanker.
De behandeling is zwaar en heeft risico’s. Daarom kun je de behandeling alleen krijgen als je een goede conditie hebt. Er is een grote kans dat de maagkanker na de behandeling terugkomt. Dit gebeurt bij ongeveer de helft van de mensen die een operatie en chemotherapie hebben gehad.

Wanneer is een operatie mogelijk bij maagkanker? 

Je kan een operatie krijgen met genezing als doel als je voldoet aan deze 3 voorwaarden:

  • De chirurg kan de tumor helemaal weghalen
  • Je hebt geen uitzaaiingen in lymfeklieren of organen die verder van de tumor liggen.
  • Je conditie is goed genoeg voor een operatie.

Vóór de operatie krijg je meestal chemotherapie. Na de operatie krijg je nog een keer chemotherapie of heel soms een combinatie van chemotherapie en bestraling (chemoradiatie).

Wanneer je erg vermagerd bent door de kanker, moet je eerst aansterken voor de operatie. Een diëtist geeft je advies over eten en drinken. Hij of zij kan je ook begeleiden als eten moeilijk gaat en drink- of sondevoeding nodig is.

Er zijn verschillende soorten maagoperaties.

Soorten maagoperaties

Zit de tumor op de overgang van de slokdarm naar de maag (cardiatumor), dan kiest de arts voor een buismaagoperatie. De chirurg verwijdert het bovenste deel van de maag, het onderste deel van de slokdarm en de bijbehorende lymfeklieren. Daarna maakt de chirurg van het achtergebleven deel van de maag een holle buis. Dit heet een buismaag. De chirurg maakt de buismaag vast aan het achtergebleven deel van de slokdarm. Zo kan het voedsel weer door de slokdarm naar de maag.
De operatie gebeurt via een snee in je hals en buik. Of via een paar kleine sneetjes in de huid (kijkoperatie). Het weggehaalde weefsel gaat voor onderzoek naar het laboratorium.

De chirurg verwijdert het onderste deel van de slokdarm (1) en het bovenste deel van de maag (2). Van het achtergebleven deel van de maag maakt de chirurg een holle buis. Dit is de buismaag.
(Bron afbeelding: kanker.nl)

De chirurg verwijdert het onderste deel van de maag met de tumor en het eerste stuk van de dunne darm. Daarna maakt de chirurg het overgebleven bovenste deel van de maag vast aan de dunne darm.

De chirurg verwijdert het onderste deel van de maag met de tumor en het eerste stuk van de dunne darm (vanaf c tot d). Daarna maakt de chirurg het overgebleven bovenste deel van de maag (a) vast aan de dunne darm (c).
(Bron afbeelding: kanker.nl)

Soms is het nodig de hele maag te verwijderen. Dit gebeurt meestal als de tumor op verschillende plekken in de maag zit. De chirurg verwijdert de maag, de maaguitgang, de twaalfvingerige darm, de bijbehorende lymfeklieren en het vetschort. Daarna sluit de chirurg de slokdarm aan op de dunne darm. Na de operatie vormen slokdarm en dunne darm een doorlopende buis. Het voedsel gaat van de slokdarm direct in de dunne darm.
Het weggehaalde weefsel gaat voor onderzoek naar het laboratorium.

Bij een totale maagresectie verwijdert de chirurg de maag (1) en de twaalfvingerige darm (2). De twaalfvingerige darm is het begin van de dunne darm (3). Daarna sluit de chirurg de slokdarm (4) aan op de dunne darm (5).
(Bron afbeelding: kanker.nl)

Soms is de tumor doorgegroeid in de alvleesklier, lever of dikke darm. De chirurg beoordeelt dan tijdens de operatie of het zinvol is om een deel van de alvleesklier, lever of dikke darm te verwijderen.
Bij ingroei in de milt neemt de arts de hele milt weg. De milt speelt een belangrijke rol bij de afweer. Wanneer je geen milt meer hebt, vermindert je weerstand. Om ervoor te zorgen dat je niet onnodig infecties oploopt, krijg je regelmatig vaccinaties.

Tijdens de operatie blijkt soms dat de chirurg de tumor niet helemaal kan verwijderen. Of dat er uitzaaiingen zijn. Vaak besluit de chirurg dan om minder uitgebreid te opereren. Doel van de operatie is dan om ervoor te zorgen dat je eten weer goed door de maag kan. Dit heet een palliatieve operatie.

Risico’s en complicaties van een maagoperatie

Elke operatie heeft risico’s, zoals een nabloeding, trombose of een ontsteking van de operatiewond.
Bij een maagoperatie komen daar nog enkele risico’s bij:

  • Longontsteking.
  • Naadlekkage.
  • Maagverlamming (gastroparese).
  • Een hartinfarct of hartritmestoornissen.
  • Veel verlies van lymfevocht uit de wond.
Back To Top