Hoe maagkanker precies ontstaat, is nog niet bekend. Wel is bekend dat een aantal risicofactoren de kans op het krijgen van maagkanker verhogen.
Risicofactoren maagkanker
Een aantal risicofactoren die de kans op maagkanker kunnen vergroten zijn:
Mensen die langere tijd besmet zijn met deze bacterie hebben meer kans om maagkanker te krijgen. Soms zit de bacterie in de maag.
De bacterie kan een langdurige ontsteking van het maagslijmvlies en maagzweren veroorzaken. Daardoor kunnen de cellen in het maagslijmvlies veranderen. De afwijkende cellen kunnen vele jaren later in kankercellen veranderen. Dan kan maagkanker ontstaan. Daarom moet een infectie met de Helicobacter pylori altijd behandeld worden met antibiotica.
Door deze bacterie kan de maag gevoeliger worden voor kankerverwekkende stoffen, zoals nicotine.
Dit is een chronische ontsteking van het maagslijmvlies, wat de kans op maagkanker kan verhogen.
De aanwezigheid van adenomateuze poliepen kunnen het risico op maagkanker verhogen. Dit zijn goedaardige gezwellen die soms kwaadaardig kunnen worden. Deze poliepen komen niet veel in de maag voor.
Te weinig maagzuur kan een risico vormen voor het ontstaan van maagkanker. Te weinig maagzuur hebben kan verschillende oorzaken hebben.
Maagzuur komt vanuit de maag omhoog in de slokdarm. Dit verhoogt het risico op kanker in de overgang tussen maag en slokdarm.
Pernicieuze anemie is een zeldzame ziekte. Bij mensen met deze ziekte zijn er in de maag te weinig cellen die ‘intrinsic factor’ aanmaken. Meestal is dit het gevolg van een auto-immuun reactie, waarbij het immuunsysteem de eigen cellen aanvalt. Mensen met deze ziekte hebben een iets groter risico om maagkanker te krijgen.
Wanneer een deel van je maag verwijderd is, heb je een grotere kans op kanker in het deel van de maag dat is overgebleven. Een kleinere maag produceert namelijk minder maagsap, en dus minder maagzuur. Doordat er minder maagzuur is, kunnen er meer bacteriën in de maag groeien. Dit kan uiteindelijk het risico op maagkanker verhogen.
Ongeveer 4 van de 100 mensen met maagkanker krijgt de ziekte door een erfelijke aanleg. Heb je vragen over erfelijkheid en maagkanker, bespreek die dan met je huisarts of specialist. Zij kunnen je eventueel doorsturen naar een specialist op het gebied van erfelijkheid: een klinisch geneticus.
Leefstijl en maagkanker
Factoren in levensstijl die de kans op maagkanker verhogen zijn:
Wanneer je rookt, loop je twee keer zoveel kans op maagkanker dan een niet roker. Vooral op kanker bij de ingang van de maag (cardiatumor).
Het drinken van drie of meer alcoholische dranken per dag verhoogt de kans op het krijgen van op maagkanker. Vooral rokers en mannen lopen dan meer risico op maagkanker.
Het eten van meer rood vlees of bewerkt vlees dan de geadviseerde dagelijkse hoeveelheid verhoogt de kans op maagkanker.
Rood vlees is het vlees van runderen, schapen, geiten en varkens.
Bewerkt vlees is voor de verkoop bewerkt om de smaak of houdbaarheid te beïnvloeden door het bijvoorbeeld te roken, te zouten of door toevoeging van conserveringsmiddelen. Hamburgers, worstjes, ham, bacon en spek zijn voorbeelden van bewerkt vlees.Rood vlees en bewerkt vlees kunnen het maagslijmvlies beschadigen. De cellen in het maagslijmvlies kunnen daardoor veranderen. De afwijkende cellen kunnen vervolgens jaren later in kankercellen veranderen. Dat kan leiden tot maagkanker.
Het eten van veel gezouten voedsel vergroot het risico op maagkanker. Het gaat vaak om bewerkte voeding, zoals chips, pizza’s, soepen, sauzen en kant-en-klaarmaaltijden. Ook bewerkt vlees bevat veel zout.
Overgewicht is een belangrijke risicofactor voor maagkanker.Mensen met overgewicht hebben een verhoogde druk op de maag. Een klacht zoals chronische reflux komt daardoor vaker voor bij mensen met overgewicht. De maaginhoud stroomt dan terug de slokdarm in. De maagzuren beschadigen het slijmvlies tussen de maag en de slokdarm. Het slijmvlies kan na verloop van tijd gaan ontsteken. Bij een chronische ontsteking kan de structuur van het weefsel veranderen. Op de langere termijn kan er dan kanker ontstaan bij de maagingang (een cardiatumor).
Daarnaast kunnen ook vetcellen stoffen afgeven die het risico op kanker verhogen. Mensen met overgewicht hebben meer vetcellen.